Tijdens de museumbezoeken en excursies komen leerlingen in aanraking met het (Groningse) slavernijverleden. De verhalen over dit onderwerp brengen nieuwe informatie en inzichten met zich mee, maar ze roepen vaak ook allerlei emoties op. Deze indrukken en ervaringen zijn het startpunt voor de workshops van Noordstaat. In elke workshop (rap, spoken word, graffiti en dans) verwerken leerlingen hun nieuw opgedane kennis, inzichten en emoties over het (Groningse) slavernijverleden in een creatieve uiting.

De workshopdocenten van Noordstaat zijn experts uit het culturele werkveld; artiesten en performers die hun kennis en vaardigheden graag overdragen op anderen. In de workshops staat principe van ‘each one teach one’ centraal. Bij dit begrip, met wortels in het slavernijverleden, draait het om wederkerigheid en het leren van elkaar.

Aan het einde van de lessen kunnen leerlingen:

• • vertellen over hun ervaringen, inzichten en/of emoties over het (Groningse) slavernijverleden.
  • bewust zijn van de waarde van het hebben van een naam.
  • een graffiti piece maken met spuitbussen.

De workshopdocent legt uit dat tot slaaf gemaakten hun eigen naam verloren en een naam kregen van diegene die hen had gekocht. Vanuit dit principe mogen de leerlingen nadenken over de naam die zij hebben gekregen van hun ouder(s) en zelf een naam uitkiezen die (volgens hen) meer bij ze past.

Na de keuze van een ‘nieuwe’ naam begint het schetsen ervan in ‘graffiti stijl’. De workshopdocent geeft uitleg over het vormen van letters en gebruik van schaduw, compositie en kleurgebruik. Zo ontstaat een schets.

Vervolgens gaan de leerlingen aan de slag met spuitbussen en werken hun schets op een paneel uit tot een ‘graffiti piece’. De workshopdocent begeleidt en stuurt dit proces.